Even een korte opfrisser: SMiLES staat voor Shared connectivity in Mobility and Logistics Enable Sustainability. Doel van het project: mobiliteitsnetwerken in de regio onderzoeken om duurzaam reizen verder te ontwikkelen. Naast de Rijksuniversiteit Groningen zijn ook de Hanzehogeschool Groningen, Noorderpoort en achttien andere regionale partners betrokken bij SMiLES.
Analyse buitenlandse hubs
Het doel van Õnne‘s onderzoek is het ontwikkelen van een ‘evaluatie-framework‘. De afgelopen maanden bestudeerde ze daarvoor verschillende hubs in het buitenland. Uit haar analyse blijkt onder andere dat Bremen vooroploopt in het gebruik van deelauto’s, er in Vlaanderen de komende vier jaar maar liefst € 100 miljoen is uitgetrokken voor de ontwikkeling van hubs en ze in het Verenigd Koninkrijk bezig zijn met het ontwikkelen van specifieke kwaliteitseisen voor hubs. Interessante ontwikkelingen die het programmateam van de hubs in Groningen en Drenthe kunnen inspireren en helpen bij de ontwikkeling van nieuwe mobiliteitsvormen of voorzieningen op hubs.
Onderzoek bereikbaarheid buitengebied
Het onderzoek van Tibor is een PhD-onderzoek. Hij kijkt naar de herkomst en ontwikkelingen van knooppunten, stations, bushaltes en P+R’s in Nederland; vergelijkbare concepten die als voorbeeld kunnen dienen voor de hubs. Tot nu toe ziet Tibor drie interessante trends voor de hubs zien. 1: mensen gaan steeds vaker ‘multimodaal‘ reizen (multimodaal is tijdens een reis meerdere vervoerstypes gebruiken). 2: rondom knooppunten ontstaat meer verstedelijking. En 3: mensen delen steeds vaker vervoer met elkaar, zoals deelfietsen, deelauto’s en deelscooters. Met name de eerste en derde bevinding zijn interessant voor de hubs in buitengebied. Het gedeeld gebruikmaken van vraaggestuurde vervoersdiensten – op en via bijvoorbeeld hubs – kan helpen deze gebieden goed bereikbaar te houden in de toekomst.
En verder..
Õnne werkt de komende maanden aan een conceptversie van het evaluatie-framework, zodat deze op een aantal hubs getest kan worden. Daarna maakt ze het definitieve framework dat iedereen die aan de hubs werkt, kan gaan gebruiken. Tibors onderzoek duurt nog drie jaar. Hij werkt de komende tijd aan een beschrijving van de hubs op basis van het wetenschappelijk onderzoek dat hij heeft gedaan en het hub-programma in Groningen en Drenthe.